Logo

Hittestress

De zomerperiode is een periode waarin alertheid geboden is. Het weer kan omslaan en temperaturen kunnen snel oplopen. De temperatuur heeft veel invloed op de koe. Een koe gedijt het beste bij een temperatuur tussen -5 en +18 graden Celsius.

Hittestress wordt veroorzaakt door een combinatie van een hoge temperatuur en luchtvochtigheid. Hoe hoger één of beide factoren, hoe moeilijker de koe haar warmte kwijt kan en er dus hittestress ontstaat. Hittestress kan al voorkomen bij een temperatuur van 21°C! Ter indicatie; in Nederland zijn er van mei tot september gemiddeld 2-15 hittestress dagen per maand.

Ter indicatie; in Nederland zijn er van mei tot september gemiddeld 2-15 hittestress dagen per maand.

Signalen hittestress?

Hoe hoger de temperatuur hoe meer energie een koe nodig heeft om zichzelf te koelen. Hierdoor heeft de koe meer voeding nodig dan normaal om in die energie te voorzien. Echter als koeien het te warm hebben, gaan ze minder eten. Pensverzuring en een teruglopende melkgift zijn het mogelijke gevolg. Hittestress is bovendien niet fijn voor het dier. Hieronder enkele verschijnselen die kunnen optreden bij hittestress:

 

  • Snelle en pompende ademhaling
  • Zweten en speekselen; hierdoor verliest de koe veel vocht en bicarbonaat en dit leidt tot een verhoogd risico op pensverzuring
  • Extra wateropname
  • Verminderde droge stof-opname (tot 20%!)
  • Twee tot drie uur per dag minder liggen; staand kunnen koeien hun warmte makkelijker kwijt
  • Verminderde melkproductie
  • Verminderde weerstand met als gevolg uier- en klauwproblemen

Gevolgen

De nasleep van hittestress kan zo’n zes weken duren. In deze periode kunnen verschillende problemen zich voordoen. Enkele mogelijke gevolgen van hittestress bij melkvee zijn:

  • Lagere melkproductie met lagere vet- en eiwitgehalten
  • Verminderde (ruw) voeropname
  • Meer kans op pensverzuring
  • Minder activiteit
  • Minder tochtdetectie
  • Vruchtbaarheidsproblemen
  • Grotere kans op klauwproblemen
  • Afname weerstand

Tips

Gezien de gevolgen van hittestress moet je je als veehouder dan ook afvragen wat je kunt doen om jouw koeien zo goed mogelijk door de warme periode te loodsen. De volgende tips kunnen je hierbij helpen:

 

Bij weiden

 

  1. Bij hittestress zullen melkkoeien in de buurt van een waterbron blijven. De geschatte radius van beweiden ligt op ongeveer 250 meter. Dit betekent dus dat per 250 meter een waterbron aanwezig moet zijn. Bij hittestress kan de waterconsumptie oplopen tot wel 250 liter/koe/dag. Dit is ± 8 liter/kg geproduceerde melk.
  2. Koeien zijn redelijk intelligente dieren. Indien ze 1 keer drinken van te koud water dan zullen ze de volgende keer beduidend minder drinken. In warme perioden gaat onze voorkeur uit naar niet te koud drinkwater. Dit betekent meerdere grote drinkbakken in de weide, zodat het water tijd heeft om op te warmen. Grondwater en leidingwater heeft een temperatuur van ca. 6-8°C. De koe heeft liever warmer water van ca. 12-14°C. Daarom drinken koeien ook liever uit de sloot dan het koudere water uit de waterbak op stal.
  3. Wanneer hittestress voorspeldt wordt ca. 50 gram zout per dier per dag verstrekken. Na afkoeling minimaal een week doorgaan. Vooral langer doorgaan is belangrijk, want dan ontstaan de meeste problemen. Koeien willen na hittestress namelijk in één keer veel voer opnemen hierdoor ontstaat veel zuurvorming waar de pens niet meer op ingesteld is, met pensverzuring als gevolg.
  4. Te kort gras in warme perioden is funest. De koeien zijn al erg traag met beweiden en vreten dan bij elke hap te weinig voer. Indien er geen weiden beschikbaar zijn met voldoende graslengte moet je overwegen de koeien binnen te houden. In deze situatie is dat verreweg het beste alternatief. De stal moet dan wel voldoende verkoeling bieden (zie voorwaarden bij opstallen).
  5. Pas eventueel het beweidingsschema aan: laat de koeien alleen onder koelere omstandigheden weiden. Dus in de ochtend, avond en ’s nachts.
  6. De behoefte aan structuur wordt nog belangrijker! Zorg dus altijd voor vrije opname van structuurrijk hooi aan het voerhek.
 
Bij opstallen

 

  1. Voor de temperatuur van het drinkwater gelden dezelfde regels als omschreven bij “Bij weiden”. De temperatuur van het drinkwater moet dus minimaal 12-14°C zijn. Echter is dit soms lastig te realiseren. Houdt hierbij in gedachten dat wanneer je één drinkplaats in de stal hebt, dat de watertemperatuur koeler is omdat het niet de tijd krijgt om op te warmen. Meerdere drinkplaatsen zijn daarom ook prettiger. Koeien geven dan ook de voorkeur aan het water uit de voorkoeler.
  2. De boxen verdienen bij hogere temperaturen meer aandacht. Elke dag kalk strooien is aan te raden omdat de werking maar 2 dagen is. Het gebruik van steenmeel / lava is nog beter i.v.m. stikstofvervluchtiging.
  3. Het verstrekken van zout gedurende warme perioden heeft hetzelfde belang als omschreven bij “Bij weiden”. Dus bij verwachte hittestress ca. 50 gram zout per dier per dag. Hiermee een aantal dagen voor de warmte al beginnen en na afkoeling minimaal een week doorgaan.
  4. Voorkom opwarming van het voer aan het voerhek. Uiteraard is het zaak om de kuilen broeivrij te houden. Je kunt opwarming aan het voerhek uitstellen door propionzuur door de voermengwagen te mengen. Gebruik hiervoor 1 – 1,5 liter per ton voer.
  5. Voer 2 maal daags, op deze manier blijft het voer frisser en smakelijker en stimuleer je de koe om te blijven vreten.
  6. Geef koeien verkoeling door ventilatoren te plaatsen of aan te zetten. Zorg voor zoveel mogelijk luchtstroming over de koeien aan het voerhek. Door de hoge luchtsnelheid kunnen de koeien warmte kwijtraken. Door de verkoeling aan het voerhek zullen ze meer aan het voerhek komen en daarom ook meer voer opnemen.
  7. Koeien hebben extra glucose nodig tijdens hitte. Het is aan te raden om dit te geven in de vorm van Propyleenglycol omdat dit geen verzurende werking in pens veroorzaakt. Daarnaast is het verstrekken van (extra) gisten een mogelijkheid om de pens meer te bufferen wat de kans op pensverzuring verkleint. Voer je TMR doe dan propionzuur door het TMR mengsel. Dit extra propionzuur draagt bij aan extra glucose vorming. Tevens remt propionzuur de broei in het voer.
 
Houd altijd nauwlettend het gedrag van jouw dieren in de gaten. Neem bij afwijkend gedrag contact met ons op.
 
Vragen? Neem contact op je adviseur of het kantoor van VIB Consulting.
T +31 592 – 614265
vib@vibconsulting.nl 
Facebook
Twitter
LinkedIn
× Kunnen we je helpen?